Blog16 nov 2021

Woonplaatsbeginsel

Het weerbarstige woonplaatsbeginsel jeugdwet: nu dan toch echt

Een wettelijke vereenvoudiging van het woonplaatsbeginsel wordt al vanaf 2018 voorbereid. Door aanpassingen in het verdeelmodel en invloeden op administratieve processen en afspraken kost de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel meer tijd dan op voorhand werd gedacht. Nadat de invoering eerst met één jaar werd uitgesteld naar 1 januari 2021, is medio 2020 besloten dat deze nogmaals met een jaar werd uitgesteld. Na nog een jaar voorbereidingstijd is het nu toch echt zover. Per 1 januari 2022 gaat het nieuwe woonplaatsbeginsel dan eindelijk van kracht.   

Maar wat houdt deze wijziging nu in voor jouw zorgorganisatie? In dit blog nemen we je mee in de wetswijziging en wat dit voor jou kan betekenen op de werkvloer.  


 

Koen Bosboom

Zorgverslimmer bij Tenzinger

Bekijk profielBekijk profiel

Wat is het woonplaatsbeginsel Jeugdwet?

In een eerdere blog nam onze collega Sanne Kuyvenhoven je al mee in “het weerbarstige woonplaatsbeginsel jeugdwet”. Het woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Op dit moment is de gemeente, waar de gezaghebbende ouder van het kind woont, financieel verantwoordelijk voor de geleverde zorgDe reden van deze wijziging is het eenduidiger van het woonplaatsbeginsel maken en deze beter te laten aansluiten op de doelen van de Jeugdwet. 

Zoals in de inleiding al beschreven zou het nieuwe woonplaatsbeginsel al in 2021ingevoerd worden. Dit werd met een jaar uitgesteld. De reden hiervoor was de coronacrisis in combinatie met het extra werk dat ontstond doordat de centrale BRP-voorziening (Basisregistratie Personen) niet geraadpleegd mocht worden. Dit laatste was nodig voor de ontwikkeling van een webapplicatie die ter beschikking zou worden gesteld aan gemeenten om de adreshistorie van de jeugdige te raadplegen. Deze applicatie zou gebruik maken van de centrale BRP-voorziening. Later bleek hier geen wettelijke grondslag voor was.

 

De wijzigingen in 2021 ten opzichte van 2022 

Woonplaatsbeginsel in 2021

De financieel verantwoordelijke gemeente is gebaseerd op de woonplaats van de gezagdrager (voogd, ouder of instelling). 

Woonplaatsbeginsel in 2022

De verantwoordelijke gemeente wordt op basis van onderstaande punten bepaald: 

  • Ambulante zorg: de verantwoordelijke gemeente is die waar de jeugdige staat ingeschreven volgens de BRP; 
  • Zorg met verblijf: de verantwoordelijke gemeente is die waar de jeugdige stond ingeschreven volgens de BRP direct voorafgaand aan de start van de zorg met een verblijftraject. Deze gemeente blijft financieel verantwoordelijk voor de verlening van alle jeugdzorg tot het verblijf stopt; 
  • Combinatie van zorg met verblijf en ambulante zorg: de verantwoordelijke gemeente waarin de zorg met verblijf wordt geboden is leidend. De gemeente die als verantwoordelijke wordt aangewezen voor de zorg met verblijf, is onder het nieuwe woonplaatsbeginsel daardoor verantwoordelijk voor zowel de ambulante zorg als de zorg met verblijf;
  • In situaties waarin niet kan worden vastgesteld welke van de bovenstaande beginselen van toepassing is, dan is  de verantwoordelijke gemeente die waar de moeder stond ingeschreven bij de geboorte van de jeugdige of waar de jeugdige op dat moment werkelijk verblijft op het moment van de hulpvraag. 

 

Voordelen van de wetswijziging 

Het huidige woonplaatsbeginsel brengt wel eens problemen met zich mee. Zo is het bijvoorbeeld niet altijd duidelijk welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de geleverde zorg. De reden hiervan is dat bij de initiële zorgvraag moet worden bepaald wie de gezagdrager is en waar deze staat ingeschreven. In veel gevallen kost dit veel tijd, omdat het gezag register moet worden geraadpleegd en niet het Basisregistratie Personen (BRP). Daarnaast kan de gezagsdrager tussentijds het gezag verliezen of verhuizen. Hierdoor kan tussentijds een andere gemeente financieel verantwoordelijk worden voor de zorg aan de jeugdige. In zulke gevallen zal de jeugdige altijd de dupe zijn. Daarnaast zijn zorgorganisaties veel tijd kwijt aan het zoeken naar de juiste financier.  

Het grote voordeel van de verandering in het woonplaatsbeginsel is dat de gemeente, waar de jeugdige op het moment van de initiële zorgvraag staat ingeschreven, ook de gemeente is die verantwoordelijk is en blijft voor het gehele zorgtraject. Aangezien er nu niet meer naar de woonplaats van de gezagsdrager wordt gekeken maar naar die van de jeugdige, kan de jeugdige sneller geholpen worden. 

Wil je weten wat deze wijziging voor de zorgcontractering en zorgadministratie binnen jouw zorgorganisatie betekent? Lees dan verder in deze blog geschreven door onze collega’s van Cure4. 

*Cure4 is onderdeel van Tenzinger. 

Gerelateerde berichten

Opname06 mrt 2024

Opname | Effectieve zorgadministratie in Medicore – grip op ZPM met rondrekenen en omzetplafondrapportages

Gebruik je Medicore, en ben je op zoek naar praktische oplossingen om grip te krijgen op je Zorgprestatiemodel (ZPM) zorgadministratie? Wil je de complexiteit van zorgfinanciering en omzetplafonds begrijpen en beheersen? Kijk dan dit webinar terug!
Lees meer +
Blog22 feb 2024

Wachttijdverzachters in de jeugdzorg

Wachtlijsten in de jeugdzorg zijn van alle tijden, maar de laatste jaren zijn flink toegenomen. Welke rol spelen wachttijdverzachters hierin?
Lees meer +
Opname02 jan 2024

Opname | Hoofd- en onderaannemerschap zonder kopzorgen

Het klinkt allemaal nét wat eenvoudiger dan het vaak in de praktijk is. Hoe voorkom je dat? Weet jij wat je nodig hebt om het proces goed in te richten? En hoe bewaak je de kwaliteit van zorg?
Lees meer +

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!