Huisarts met sterke drive om te vernieuwen met technologie
Bart Timmers
Bart is
- Huisarts in Groepspraktijk Huisartsen Bergh in ’s-Heerenberg
- Overtuigd van de meerwaarde die ict voor zijn praktijkvoering én zijn patiënten kan hebben
- Maatschappelijk actief om mensen digitaal vaardig te maken
De huisarts is het eerste contact voor de patiënt met een zorgvraag. Dit leidt ertoe dat de huisarts de meeste van zijn patiënten in de loop der jaren goed leert kennen. Heel belangrijk om goede zorg te kunnen verlenen, vindt huisarts Bart Timmers. Maar het betekent niet dat ieder contact zich live in de spreekkamer hoeft af te spelen.
Bart is ‘gewoon’ een huisarts. Een beetje een ouderwetse huisarts zelfs, vindt hij zelf. Want hij gelooft in de kernwaarden van het huisartsenvak: er zijn voor de patiënten in je praktijk en een band met ze opbouwen, hun levensloop volgen. Maar dit betekent niet dat ieder contact tussen huisarts en patiënt per se een fysiek contact in de spreekkamer hoeft te zijn. De ontwikkelingen in ict maken meer mogelijk dan alleen dat.
Oog voor zorgvernieuwing
“Ik heb al heel snel ingezet op zorgvernieuwing in de huisartspraktijk met behulp van ict, en op het verspreiden van mijn kennis hierover. Ik geloof erin dat je niet bedrijven zelfstandig dingen moet laten ontwikkelen voor toepassing in de zorg, maar dat je daarin moet samenwerken. Je moet er dus als zorgverlener zelf ook energie in steken.”
Voor Bart begon het 25 jaar geleden met zijn website. “Collega’s zeiden: ‘Er is nu internet en nu zijn er ineens patiënten die met uitdraaien komen van dingen die ze daarop hebben gelezen. Wat moeten we daarmee?’. Ik dacht juist: dat is mooi, want het kan patiënten eigen kennis bieden. Dus ben ik zelf informatie gaan verzamelen over ziektebeelden en patiënten daarnaar gaan verwijzen. En ik ben mijn mailadres gaan delen met ze, zodat ze me ook rechtstreeks vragen konden stellen. Zo kun je de zorg en je eigen werk beter maken.”
"Je moet niet uitgaan van de gedachte dat je iets niet moet gebruiken omdat het niet bewezen effectief is. Je moet juist ruimte geven om het te ontwikkelen."
Accepteren dat niet alles lukt
Het ging alleen allemaal niet zo snel als hij dacht. Dus ging hij meer energie steken in digitalisering van de praktijk, om de informatieverwerking voor de assistenten en de praktijkondersteuners gemakkelijker te maken. Ook ging hij het patiëntportaal en de mogelijkheden voor e-consult meer stroomlijnen. “Ik ben zelfs overgestapt op een ander HIS omdat mijn eerdere HIS me niet de mogelijkheid bood om mijn patiënten via een elektronische agenda online afspraken te laten maken. Die overstap viel samen met de komst van een regionaal HIS. Dat bood ook niet alles waar ik op hoopte, maar dat moet je accepteren. Sommige dingen lukken, andere dingen niet. Dat is nu eenmaal zo als je wilt ontwikkelen. Een experiment met beeldbellen bijvoorbeeld lukte niet meteen. Maar omdat ik er toch potentie in zag, heb ik samenwerking gezocht met FocusCura. Van de mogelijkheid die ik nu voor beeldbellen biedt wordt op dit moment nog maar bescheiden gebruikgemaakt, één of twee keer per week. Maar dat is toch al mooi, want de patiënten die er gebruik van maken zijn er heel enthousiast over.”
Ruimte geven
Bart zocht ook samenwerking met de ggz, voor ALK-klachten. “Daarin is sprake van veel onbegrepen gedrag en ik heb meegedaan met een pre-pilot en een pilot om een platform op te zetten om die klachten meer uit te diepen en ook te vervolgen en monitoren. Dat platform gebruik ik nu ook in de dagelijkse praktijk. Door te participeren in een pre-pilot voed je de ontwikkelaar met ideeën over de manier waarop zo’n platform goed kan werken. Je moet niet uitgaan van de negatieve gedachte dat je iets niet moet gebruiken zo lang het niet bewezen effectief is. Je moet juist ruimte geven om het te ontwikkelen.”
Hij zegt dit in de overtuiging dat technologie kan helpen om de zorg duurzamer te maken. “Als we hierin vijftien jaar geleden meer hadden opgetrokken met bedrijven op dit gebied, denk ik dat we veel minder waren overvallen door de problemen die nu allemaal op de huisartsenzorg afkomen.”
Het voordeel van hybride
Zelf heeft Bart nu pakweg tien tot twintig e-consulten per dag. “De patiënten die daar gebruik van maken, zijn er inmiddels ook helemaal aan gewend. En omdat ik er gebruik van maak, heb ik extra tijd voor de patiënten die ik in mijn spreekkamer zie, gemiddeld vijftien minuten, en die dat nodig hebben. Mijn praktijk is echt hybride geworden. Digitalisering is een extensie van je bestaande praktijk en zorgaanbod. Ik kan er mijn eigen workflow mee vereenvoudigen. En ik breid er de mogelijkheden mee uit voor mijn patiënten. Ik ben ervan overtuigd dat op termijn de smartphone mensen steeds meer gaat helpen om met data de zorg te ondersteunen.
Als je in de huidige samenleving niet digitaal bent, sta je echt twee stappen achter. Daarom werk ik samen met de bibliotheek en de gemeente om mensen digitaal vaardig te maken. Die maatschappelijke rol wil ik ook spelen.”
Wat kunnen we nog meer van jou verwachten op het gebied van zorgverslimmen?
“Dat weet ik echt nog niet. Ik heb een periode achter de rug waarin ik het erg druk had, maar het gaat nu weer kriebelen om nieuwe dingen te doen die helpen om nog slimmer te kunnen werken. Ik heb het idee dat de grote doorbraak op dit gebied nog voor de deur staat en dat die er met een aantal nieuwe HIS-spelers wel eens snel kon komen.”
Wie vind jij een echte zorgverslimmer?
“Mariët Willems, huisarts en CMIO bij stichting LEGIO. Maar bovenal oprichter en voorzitter van het CMIO Netwerk Nederland, dat het manifest over ict in de huisartsenzorg heeft geschreven.”
Wat doe je als je even niet bezig bent met het verslimmen van de zorg?
“Muziek luisteren en boeken lezen. Af en toe draai ik ook als dj. Ik was dat in het verleden en het bloed kruipt nog steeds waar het niet gaan kan.”