CEO van SARA Robotics

Maartje Claassen - Eradus

Maartje is

  • Begonnen als marketeer in de financiële dienstverlening
  • Nu CEO van SARA Robotics
  • Gedreven om oplossingen te bedenken die cliënt en zorgmedewerker leiden tot een betere kwaliteit van leven en werken

SARA Robotics is opgericht om in samenwerking met zorgaanbieders en andere technologiebedrijven oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waarmee de langdurige zorg geconfronteerd wordt. Een aantal zorgaanbieders past de SARA robot al toe in de dagelijkse praktijk, maar de ontwikkelingen gaan verder.

Het bedrijf waarvoor Maartje Claassen werkte, richtte zich op data science voor grote opdrachtgevers, maar voelde ook de behoefte om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke thema’s die spelen in de samenleving. De zorg bleek daarbij een voor de hand liggend aandachtsgebied. “Ook voor corona al was duidelijk dat de langdurige zorg met grote uitdagingen te kampen had. Branchevereniging ActiZ had hiervoor al meermalen aandacht gevraagd in de media, en we vroegen ons af welke bijdrage wij konden leveren.”

 

Op zoek naar oplossingen

Gelet op de achtergrond van het bedrijf lag het voor de hand dat technologie een rol zou spelen in het bedenken van oplossingen. “Waar het om gaat, is bij de toepassing daarvan aan te sluiten op wat de medewerkers en cliënten in de langdurige zorg nodig hebben. Zowel in de ouderenzorg als in de zorg voor mensen met een beperking kunnen cliënten onbegrepen gedrag vertonen. De cliënt voelt zich ongelukkig en ervaart daar stress van. Dit geeft ook stress bij de medewerkers. Door de werkdruk die zij ervaren, moeten zij dan toch soms beslissen op dat moment geen aandacht aan die cliënt te besteden, omdat andere dingen eerst moeten gebeuren.”

In relatie hiermee zijn thema’s als rust, welzijn, dagstructuur en zelfredzaamheid van de cliënt belangrijk. “Natuurlijk zijn er oplossingen als tovertafels en beleef-tv’s die hieraan een bijdrage kunnen leveren, maar dat zijn hooguit tijdelijke puntoplossingen. Robots waren er ook al wel, maar die waren toch vooral nice to have. Bovendien moest de medewerker die op de computer bedienen en dan schiet het zijn doel voorbij. Een medewerker kan diezelfde tijd dan immers beter rechtstreeks aan de cliënt geven.”

 

"Gezamenlijk moeten we die grote maatschappelijke uitdaging aangaan die voor ons ligt. Het vraagt veerkracht en passie. Maar ik ben ervan overtuigd dat het kansrijk is."

Software platform

Zo ontstond de gedachte om tot een software platform te komen, dat de naam SARA kreeg: Sociale Autonome Robot Assistent. De ontwikkelingen hierin – in samenwerking met zorgaanbieders – leidden tot een sociale robot die op een persoonlijke manier kan inspelen op onbegrepen gedag middels een rol in het sturen van dag- en nachtritme en het stimuleren van zelfstandigheid en eigen regie, plus in het bieden van amusement, afleiding en ontspanning. Daarnaast draagt de robot bij aan de fysieke en psychische gezondheid van cliënten en verhoogt het de sociale betrokkenheid. Het systeem kan bijvoorbeeld per individuele cliënt worden voorzien van een stappenplan om iemand te activeren, bijvoorbeeld via beweegoefeningen.

“Ouderen vinden het prettig om ergens tegenaan te praten. Dat kan de kat zijn, maar dus ook een robot. Dit wil echter niet zeggen dat het in de toekomst ook een robot hoeft te blijven. We raken er ook al aan gewend om te praten tegen Siri, tegen onze smartwatch en tegen onze auto, dus de toekomstige generatie ouderen zal hier veel vanzelfsprekender mee omgaan. Bovendien is een robot niet de beste oplossing voor een oudere die nog slechts beperkte ondersteuning nodig heeft. Maar autonome technologie – in de vorm van een robot of anderszins – kan zeker bijdragen aan bijvoorbeeld zelfredzaamheid.”

 

Verantwoordelijkheid nemen

Sinds januari 2021 is SARA Robotics afgesplitst en een zelfstandig bedrijf geworden. De sociale robots worden gebruikt door veel aanbieders in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. “De ontwikkeling in samenwerking met de gebruikers gaat door, want een robot heeft alleen toegevoegde waarde als die geïntegreerd is in het bestaande zorgproces en dus kan reageren op alarmeringen of kan communiceren metmedewerkers. Als aanbieders hebben we de verantwoordelijkheid om in die ontwikkeling een actieve rol te spelen.”

De robot zelf is niet de verslimmer van de zorg. “Wat ik slim zou willen noemen, is onze visie om vanaf dag één samen met de zorg en andere leveranciers de uitdagingen in kaart te brengen en daarvoor oplossingen te ontwikkelen die kunnen bijdragen om de zorg voor de cliënten en de medewerkers beter te maken. Gezamenlijk moeten we die grote maatschappelijke uitdaging aangaan die voor ons ligt. Daarin is geen ruimte meer voor individuele (bedrijfs-)belangen.  Geen makkelijke weg, en investeerders staan niet te dringen om in de zorg te investeren. Het vraagt veerkracht en passie. Maar ik ben ervan overtuigd dat het kansrijk is.”

Wat kunnen we nog van jou verwachten op het gebied van zorgverslimmen?

“Ook andere technologie ontwikkelen dan alleen robots zoals we die nu kennen. En altijd in samenwerking met andere technologiebedrijven en met zorgaanbieders om tot een zo groot mogelijke impact te komen.”

 

Wie vind jij een echte zorgverslimmer?

“Erwin Meinders van Mentech Innovation, vanwege de ontwikkeling van Hume. Een technologische toepassing waarmee via de sokken kan worden gemeten of iemand stress ontwikkelt. Het mooie is dat die ontwikkeling is ingegeven door zijn werk als vrijwilliger in een huis voor mensen met een verstandelijke beperking. Een van de bewoners ervoer stress maar beschikte niet over de vocale vermogens om te benoemen waarom. Hij bleek knellend schoeisel te dragen.”

 

Wat doe je als je even niet bezig bent met het verslimmen van de zorg?

“Drie kinderen opvoeden. Naast mijn werk zit ik ook in het bestuur van brancheorganisatie FME, waar ik startups vertegenwoordig en voor belangen van starters opkom. Daarnaast ondersteun ik FME ook bij de politieke lobby over de toepassing van zorgtechnologie. En ik ben ambassadeur van het Catharina onderzoekfonds van het ziekenhuis in Eindhoven. Gedreven uit een persoonlijk medisch verleden. Daar is mijn hart voor de zorg ontstaan.”