Quinten van Solt bedacht Arts op Afstand: online ondersteuning voor huisartspraktijken.
genomineerd voor de zorgverslimmer award 2024
Quinten van Solt
Arts op Afstand ondersteunt huisartspraktijken met digitaal inloopspreekuur
Als ‘poortwachters van de zorg’ staan huisartsen gigantisch onder druk. Om de bestaande huisartspraktijken te ondersteunen én in stand te houden, zijn digitale consulten voor een deel van de patiënten de oplossing. Arts op Afstand maakt dat mogelijk, vertelt Quinten van Solt.
Wat is Arts op Afstand precies?
“Precies wat de naam doet vermoeden: een digitaal inloopspreekuur, bemand door artsen op afstand, die huisartsenpraktijken aan hun patiënten kunnen aanbieden. We bieden een centrale, digitale wachtkamer waar onze huisartsen klaar zitten om aangesloten huisartsenpraktijken te ondersteunen op drukke momenten. Door een deel van de patiëntenstroom digitaal te helpen, houden aangesloten huisartsen tijd, energie en aandacht over voor de patiënten die ze echt moeten zien, zoals mensen met een chronische ziekte. We richten ons dus niet rechtstreeks op patiënten met een app, zoals sommige andere, internationale partijen dat doen, maar ondersteunen juist de bestaande praktijken.”
Waarom is dit nodig?
“We hebben in Nederland een heel mooi zorgsysteem, waarbij iedereen een eigen huisarts zou moeten hebben. Maar huisartsen krijgen steeds meer zorgvragen en administratieve handelingen op hun bord. Ze zijn de poortwachters van de zorg en die rol staat gigantisch onder druk. Voor patiënten is het dan weer vervelend dat ze de huisarts of de huisartsenpraktijk steeds moeilijker kunnen benaderen: je kunt ze niet bellen, je moet via een app een afspraak maken of je kunt pas over drie dagen gezien worden met je kind, terwijl je als ouder denkt dat er iets vreselijks aan de hand is. Het systeem moeten we koesteren, en juist daarom heb je een digitale oplossing nodig: door een deel van de patiënten op afstand te helpen, ondersteun je praktijken en kan het systeem blijven bestaan.”
Er is geen huisartsentekort, we moeten de capaciteit efficiënter inzetten
Waar komen die ‘extra’ huisartsen vandaan?
“Er wordt veel gesproken over het ‘huisartsentekort. Ik geloof daar niet in, de capaciteit van huisartsen wordt alleen niet efficiënt ingezet. Er zijn heel veel huisartsen die bijvoorbeeld in het buitenland zitten en daardoor niet kunnen bijdragen aan het Nederlandse zorgsysteem. Of huisartsen die niet de hele dag kunnen werken, maar wel een paar uur per dag. Als je het systeem zo inricht dat ook die weer kunnen bijdragen, heb je best een grote capaciteit.”
Hoe kwam jullie hierop?
“Als waarneemorganisatie bestaan we al zo’n zes jaar. Door praktijken worden we vaak gevraagd om waarnemend artsen te regelen die fysiek aanwezig konden zijn op de praktijk. Dat kan in verschillende regio’s in Nederland lastig zijn om dat de dekking qua artsen niet overal gelijkmatig verdeeld is. Om de veiligheid van patiëntgegevens te bewaken, zijn we software gaan ontwikkelen die aan alle veiligheidseisen voldoet. Zo hebben we begin 2023 een digitale wachtkamer gecreëerd. We hebben nu een netwerk van zo’n 2500 tot 3500 huisartsen én de juiste software om ze in te zetten. Dat is uniek. Wij kunnen daardoor garanderen dat we voor elke praktijk direct een arts op afstand hebben.”
Hoe werkt het precies?
“We zetten een kleine widget op de website van de praktijk en de praktijk bepaalt wanneer er ondersteuning nodig is. Vaak zijn dat vaste momenten: dan kunnen patiënten bijvoorbeeld tussen 12 en 17 uur terecht op het digitaal spreekuur. Wij zijn dan die digitale wachtkamer en wij regelen die artsen.”
Hoe wordt er al mee gewerkt en wat zijn de reacties?
“Het merendeel van de artsen en assistenten is enorm enthousiast, omdat ze direct verlichting voelen op de praktijk. Een groot deel van de patiënten zie je helemaal niet meer op de praktijk, want het consult wordt door onze artsen afgehandeld. De praktijk declareert zelf het consult bij de verzekeraar, dus ze hebben er geen omkijken naar. Ze betalen ons een bepaald uurtarief en als je daar slim mee omgaat, is het kostenneutraal. Patiënten zijn er ook blij mee: 87 procent van de mensen is laaiend enthousiast als we vragen naar de tevredenheid over het consult en vaak krijgen we nog aanvullende, enthousiaste reacties. We richten ons nu ook tot patiënten in wachtkamer, bijvoorbeeld door middel van posters, en laten zien dat er vaste ‘inloopttijden’ zijn voor digitale consulten.”
Dat speelt ook erg in op de behoefte aan snelle zorg voor de patiënt
“Ja, en het is belangrijk om er goed over na te denken hoe on demand we de zorg willen maken. Want het kan ook onbedoeld complexer en drukker worden als mensen altijd toegang hebben tot snelle zorg. Toen we hiermee begonnen, hebben we onderzoek gedaan: 60 procent van telefoontjes naar de huisarts of huisartsenpost, hoeft niet door een fysieke arts gezien te worden. Daarom zijn we er niet als nieuwe tool voor patiënten, maar echt om de huisarts te ondersteunen. Het is belangrijk om de drempel niet té laag te maken en dus kijken we bijvoorbeeld hoe lang het triageformulier moet zijn dat mensen vooraf moeten invullen, zodat patiënten niet zomaar een afspraak maken. Maar je wilt ook niet dat die drempel mensen afschrikt, waardoor ze weer naar de assistent teruggaan. Daar zit het spanningsveld.”
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
“Wij bieden een van de tools die kunnen helpen om de druk in de zorg te verlichten. We kunnen elke praktijk direct aansluiten en daar ben ik heel blij mee. Nu moeten we gewoon groeien: uiteindelijk willen we graag dat onze artsen de hele dag door consulten kunnen verzorgen en per consult betaald krijgen, in plaats van per uur. Hoe efficiënter we dit kunnen inrichten en hoe meer consulten we kunnen verzorgen, hoe goedkoper het wordt voor het hele zorgsysteem, ook voor verzekeraars en dus uiteindelijk ook weer voor patiënt. En als huisartsen minder afgeleid worden door laag complexe zorg, dankzij het digitale inloopspreekuur, kunnen ze meer preventief gaan optreden en zelfs met lifestyle bezig zijn. Uiteindelijk gaat het daarom: we doen dit echt om de zorg te verbeteren.”