genomineerd voor de zorgverslimmer award 2024

Sander Kamphuis

Sander Kamphuis ontwikkelde met Moovd het digitale platform WeMind.

Efficiëntere therapie dankzij WeMind

De GGZ staat, net als de rest van de zorg, onder druk. Om therapeuten te ondersteunen en therapie efficiënter en beter te maken, ontwikkelde Moovd het digitale platform WeMind. Sander Kamphuis vertelt hoe dit platform bepaalde delen van een behandeltraject kan overnemen.

Wat is WeMind en voor wie is het bedoeld?

“Wij hebben een platform gecreëerd dat gebruikt wordt in de GGZ bij therapiesessies. Het helpt therapeuten en cliënten om behandelingen voor trauma, angst en PTSS zo efficiënt mogelijk te maken. Zowel face to face als remote. Dat doen we door bepaalde delen van het behandeltraject over te nemen, met algoritmes en AI. We koppelen daarbij onder andere de behandelmethodiek ‘exposure’, dus blootstelling aan de angsten of het trauma, aan bijvoorbeeld EMDR.”

Hoe werkt het precies?

“Bij traditionele traumatherapie laten therapeuten een patiënt terugdenken aan een traumatische gebeurtenis, bijvoorbeeld aan een auto-ongeluk. Wij kunnen op het platform ook beeld en geluid van zo’n ongeluk laten zien. Dat is het ‘exposure’-deel. Dat koppelen we aan EMDR. De therapeut zit bij EMDR vaak voor de cliënt en zorgt er met oogbewegingen voor dat het werkgeheugen belast wordt, terwijl de cliënt aan het ongeluk denkt. Wij hebben een programma ontwikkeld met behulp van kunstmatige intelligentie en algoritmes, dat dit proces van de psycholoog kan overnemen. De therapeut hoeft niet meer live voor iemand te zitten, maar de cliënt heeft een scherm voor zich en gaat daarop een soort spel spelen. Dat spel registreert hoe goed de patiënt dat doet en op basis daarvan past het programma zich aan. Zo krijgt de patiënt therapie op zijn eigen, specifieke niveau. Een psycholoog kan veel moeilijker met het blote oog zien wat een patiënt aankan. De therapeut blijft ‘in control’ bij de sessie, maar ons programma helpt dus om de therapie effectiever te maken.”

Wat brengt het de GGZ?

“In de GGZ zie je natuurlijk enorme wachtlijsten. Met WeMind kunnen we sessies versnellen tot wel dertig procent en we kunnen ervoor zorgen dat er minder sessies per patiënt nodig zijn. Daardoor kunnen therapeuten meer patiënten zien of meer pauze inbouwen, maar wat wij vooral belangrijk vinden, is dat dit soort innovaties de kwaliteit van de zorg ook verhogen. Van therapeuten horen we dat patiënten die al lang ergens op vastliepen, dankzij WeMind een doorbraak hebben meegemaakt. Er is eigenlijk geen therapeut die na het gebruik van onze innovatie zegt: nee, dit is niks voor mij. We hebben het afgelopen jaar onderzoek gedaan en daaruit blijkt dat de cliënten waar we ons op richten zo’n 25 procent eerder klaar zijn met behandelsessie dan verwacht. Ook voor therapeuten is het fijn: EMDR is best uitputtend, dus de therapeut kan zich nu richten op andere delen van het proces. ”

Hoe hebben jullie dit ontwikkeld?

“We zijn begonnen vanuit de vraag van GGZ-instellingen. Samen zijn we modulen voor digitale exposure gaan ontwikkelen, onderzoeken en uitproberen. Dat was succesvol. Toen hebben we de combinatie met onder andere EMDR gemaakt, om een totaalpakket te kunnen bieden. Samen met de grotere GGZ-instellingen hebben we daar studies van gemaakt en dit in de loop van de jaren verder ontwikkeld. Door COVID kwam het in een stroomversnellingen. Therapeuten moesten echt een mindset-switch maken, omdat alles online gebeurde. Daar zijn wij goed op ingesprongen. Natuurlijk blijven we continu in ontwikkeling, zeker op het gebied van software: ons platform wordt natuurlijk steeds slimmer. We krijgen steeds meer data over wat de gebruiker doet en daardoor veranderen de algoritmes. Dat is heel interessant.”

Wat zijn jullie wensen en plannen voor de toekomst?

“Naast technologische groei, willen we ook in gebruikersaantallen groeien. We hebben ons eerst gericht op de grote GGZ-instellingen en nu kijken we ook naar de kleinere klinieken en individuele therapeuten. Ook willen internationaal groeien. Omdat we alles ontwikkeld hebben in samenwerking met zorgprofessionals, vanuit de inhoud, zien we dat we een enorme voorsprong hebben ten opzichte van andere landen. We willen ons nu gaan richten op Amerika, Canada en Australië, waar ze erg naar Nederland kijken als het op angst- en traumatherapie aankomt. Uiteindelijk hoop ik dat we veel therapeuten aan boord kunnen krijgen en zo samen nog meer impact kunnen maken en ik hoop dat zorgverzekeraars zich er nog meer mee gaan bemoeien, zodat dit soort innovaties de zorg efficiënter en beter kunnen maken.”