Blog08 jun 2022

Op naar een veerkrachtige generatie

iHUB sorteert voor op de digitalisering in de jeugdzorg

‘Op naar een veerkrachtige generatie’ is het credo van iHUB. En digitalisering gaat deze jeugdzorgaanbieder helpen om dat te bereiken. Want digitalisering speelt niet alleen een rol bij het versterken van de regie van de doelgroep, het biedt óók kansen om de zorg efficiënter in te richten en de kwaliteit te verbeteren.

Karen Hootsmans, werkbegeleider bij De Opvoedpoli, is zich bewust van de uitdagingen waar de jeugdzorg voor staat, maar ziet van binnenuit ook de andere kant die níet de media haalt. “De krapte op de arbeidsmarkt legt druk op de medewerkers, net als de administratielast”, zegt ze. “Dat is het verhaal dat iedereen kent, en het is er ook echt. Maar waar je niet over hoort, is de passie, motivatie en gedrevenheid van de mensen die werken in deze sector.”

Bovendien, vult regiodirecteur zorg Inge Muis aan, is de jeugdzorg een heel diverse sector. “Dit zie je ook terug in ons aanbod”, zegt ze. “We bieden ambulante en residentiële jeugdzorg, we bieden een combinatie van zorg en onderwijs, we hebben een grote GGZ-tak en we bieden gezinsbehandeling, pleegzorg en gezinshuizen. Vaak zie je dat over de jeugdzorg wordt gesproken zonder dat duidelijk is wat daar precies onder wordt verstaan. De discussie gaat vooral over de financiële problemen, de wachtlijsten en de gesloten jeugdzorg. Er is meer dan dat, en zelf hebben we een heel duidelijk beeld van waar we mee bezig zijn. We zijn enorm in beweging om de zorg die wij bieden beter in te richten en efficiënter te maken.”

Focus op kind en gezin

Lieke van Domburgh, sinds oktober 2021 één van de bestuurders van iHUB, vertelt: “Voor ons ligt de focus heel duidelijk op het leven van het kind en het gezin, plus het daaromheen organiseren wat nodig is. Dat klinkt heel logisch en veel jeugdzorgaanbieders stellen dit zo te doen. Toch is het complexer dan het lijkt om ook écht zo te werken. We hebben vaak te maken met complexe ondersteuningsvragen en die maken het niet altijd eenvoudig om de zorg anders dan residentieel te bieden, wat wel onze ambitie is. Het vergt een enorme flexibiliteit van iedereen. De kern is: zo thuis mogelijk behandelen. Dat betekent dat de dagbesteding voor een kind centraal staat; zodat een kind weer naar school kan en vrije tijd kan indelen. Hoe zorg je voor een zinvolle dagbesteding die tegelijkertijd talentontwikkeling stimuleert en het perspectief van het kind centraal stelt? Ook als een klas niet passend is, kijken we naar de mogelijkheden en wat er wel kan. Net als wat je het kind en het gezin kunt bieden met De Opvoedpoli.”

Schotten omzeilen

Er wordt steeds meer belang gehecht aan het bieden van maatwerk. Terecht, stelt Lieke. “Van ons als aanbieder in de jeugdzorg wordt verwacht dat we flexibel en kleinschalig werken en dat gaat ons zonder digitalisering echt niet lukken. Werken in netwerken om gezinnen heen vraagt om efficiënte gegevensoverdracht. Denk bijvoorbeeld aan een ECD dat het gezin helpt in eigen regie over het leven en het behandeltraject. Dit eigenaarschap speelt ook een rol om de schotten te omzeilen waar we in de zorg zoveel last van hebben, omdat het gezin zelf kan beslissen welke partijen het inzage geeft in het ECD. Bovendien speelt digitalisering ook een grote rol om administratie te vereenvoudigen.”

Daarnaast zijn er de apps en tools zoals VR-brillen en domotica-toepassingen die kunnen helpen om de zorg efficiënter te maken en de kwaliteit ervan te verbeteren, stelt Lieke. “De data die we dankzij het gebruik daarvan tot onze beschikking krijgen, kunnen we op geaggregeerd niveau ook weer gebruiken om van te leren en zo ons zorgaanbod beter op de behoefte van jongeren af te stemmen. En zo’n VR-bril kunnen we niet alleen inzetten voor cliënten, we kunnen dit ook voor onderwijsdoelen voor onze medewerkers doen.” Karen noemt een voorbeeld: “Ik heb met een VR-bril een scene gezien waarin je ziet hoe het kind van gescheiden ouders reageert als de vader het kind komt ophalen. Dan zie je hoe subtiel de signalen zijn. Heel waardevol voor je werk.”

Samenwerking zoeken

Maar één waardevolle ervaring maakt nog geen structurele vernieuwing. “In de digitale wereld zijn wij een heel kleine speler”, zegt Lieke. “De ontwikkelingen daarin gaan enorm snel en zijn bovendien kostbaar.”

Andere zorgsectoren hebben al meer stappen gezet in samenwerking dan de jeugdzorg tot nu toe heeft gedaan, vult Inge aan. “Het is zaak dat we ons als zorgaanbieders verbinden aan elkaar en kennis delen met de ontwikkelaars van digitale toepassingen en met de financiers van de zorg, zoals dat in de GGZ gebeurt met de zorgverzekeraars”, zegt ze. “En dat we uitgaan van de cliënt en de omgeving. Als we dat uitgangspunt goed bewaken, kunnen we in samenwerking veel van elkaar leren en dus veel grotere stappen zetten dan we onafhankelijk van elkaar kunnen doen. In de jeugdzorg zien we dit nog heel weinig gebeuren.”

In projecten wordt wel ervaring opgedaan met digitale toepassingen die van waarde kunnen zijn om de zorg te verbeteren of efficiënter te maken. “Maar te vaak blijft het dan toch weer liggen”, zegt Karen. “Onze aandacht ligt in de hulpverlening toch bij de zorg, de aandacht en het contact met de gezinnen. Dat is onze core business. We zijn het vak in gegaan omdat we mensen willen helpen. We moeten dus zelf ook stappen zetten. Wat dat betreft heeft de coronacrisis ons wel wat geleerd natuurlijk, omdat veel contact toen alleen digitaal mogelijk was. Die kennis kunnen we nu goed benutten. Al blijven de omstandigheden wel bepalend voor de vraag in hoeverre de digitale mogelijkheden effectief inzetbaar zijn. Als het gebruikt wordt voor contact met een kind en dat kind kan zich niet terugtrekken op zijn kamer, zodat de ouders kunnen meeluisteren, dan kan dat toch een hindernis zijn.”

Enorme arbeidsmarktvraagstuk

Dit neemt niet weg dat het zaak is stappen te zetten in de digitalisering van de zorg. “Niet in de laatste plaats ook omdat we met een enorm arbeidsmarktvraagstuk te maken hebben”, zegt Lieke. “Ik heb ooit geleerd dan je in innovatie te maken hebt met drie horizons. De eerste is je basis op orde hebben, de tweede je werk verbeteren en de derde is innovaties aangaan waarvan je nog niet weet of ze gaan werken en die ook fundamenteel andere oplossingen bieden. Aan die eerste horizon hebben we hard gewerkt. Dat moet je blijven doen om aan twee en drie überhaupt te kunnen toekomen. Is die ruimte er wel, dan heb je enthousiasme nodig van de mensen op de werkvloer. En het besef dat je als jeugdzorgaanbieder weinig vlees op de botten hebt. Je moet nadenken hoe je vernieuwing financiert en wat je anders of niet meer moet doen om die middelen vrij te maken en het echt strategisch aanpakt.”

Kennis teruggeven aan professionals

Op dit moment staat iHUB aan de vooravond van de ontwikkeling van het wellbee cliëntportaal. “De volgende stap is leren van wat we in de organisatie, zoals bijvoorbeeld bij De Opvoedpoli al met eHealth doen”, zegt Inge, “en hoe we dat op andere plaatsen in de behandeling ook kunnen gebruiken. Door ook onderzoek te doen naar wat dat in de praktijk oplevert, zorg je ervoor dat je de kennis daarover weer kunt teruggeven aan de medewerkers. Zo waarborg je de kwaliteit en het enthousiasme dat Lieke noemde, blijft dan bestaan.”

Een intensief en spannend traject, zegt Lieke afsluitend, dat ervoor zal zorgen dat iHUB over een aantal jaar echt een andere organisatie zal zijn. “Residentiële zorg zal ook dan nog altijd een facet van ons werk blijven”, zegt ze, “maar wat daarvan overblijft zal er wel anders uitzien. De nadruk zal veel meer liggen op het aanbieden van zorg en onderwijs dichtbij de cliënten: thuis, in de wijk en buurtgericht. En zeker meer digitaal ook.”

 

Dit artikel is verschenen in het Tenzinger magazine. Wil je het hele magazine ontvangen? Vraag hem hier kosteloos aan.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Zo ben jij elke maand op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de zorg!